Lieveheersbeestjes zijn kleine ronde dikwijls halfbolvormige kevertjes. Er zijn zo’ 65 soorten in België waarvan het rode met 7 zwarte stippen het meest bekend is.

Oorspronkelijk door de Germanen benoemd als “vogel van de godin Freya” werd het na de kerstening genoemd als onzelievevrouwebeestje (vrouwelijke vorm leeft voort in het duits Marienkäfer en engels ladybird, in Amerika ladybug) of lieveheersbeestje (de mannelijke vorm leeft voort in het Frans bête à bon Dieu).
Het zevenstippelig lieveheersbeestje heeft vele (bij)namen: kapoentje, pim-pam-poentje, oliebeestje, stippelbeestje… Ook in het Genker dialect als smaatbieske of lievevroopèlleke bekend. Veel van deze soorten overwinteren op een beschutte plaats, vaak zelfs in huizen of gebouwen. Rond deze periode van het jaar zijn ze allemaal al wakker en gaan enerzijds eten en anderzijds zich voortplanten.
Op het menu staan vooral andere kleine beestjes (denk maar aan de vraatzucht van de kevertjes en hun larven waarmee ze bladluizen verorberen en bestrijden) maar ook schimmels of planten staan op het menu, soms wel heel specifiek. Zo komt het heggenranklieveheersbeestje enkel op de plant heggerank voor waarmee het zich voedt. Het meeldauwlieveheersbeestje voedt zich met…juist ja, meeldauwschimmels.
Het gewone zevenstippelig lieveheersbeestje behoort tot de grootste, vele zijn echter kleiner waarbij de groep van de dwergkapoentjes vaak nauwelijks 1 a 2 mm groot zijn.
Uit de eitjes komen larfjes die lijken op kleine rupsjes met zes pootjes of soms wel kleine draakjes, ze groeien in verschillende stadia en uiteindelijk verpoppen ze zoals vlinders tot de mooie kleurrijke kevertjes die ze zijn.

De kleuren zijn meestal specifiek voor één soort maar de naam “veelkleurig aziatisch lieveheersbeestje” verraadt al dat deze soort variabel in kleur is maar ook in stippen en vlekken.
In alle gevallen zegt het aantal stippen niets over de leeftijd van de beestjes, wel over welke soort het is. Je moet goed stipjes kunnen tellen om de juiste soortnaam te geven: 2, 5, 10, 11, 13, 19 of zelfs 24-stippelig lieveheersbeestje. Maar ook vlekjes moet je kunnen tellen: 4, 10, 12, 14, 18 of zelfs 20 vlek lieveheersbeestje. Verwarrend: 10-stip en 10-vlek lieveheersbeestje zijn beide verschillende soorten. Gelukkig is het 14-stippelig lieveheersbeestje omgenoemd naar schaakbordlieveheersbeestje J en blijft 14-vlek nog over als andere soort.
Voor liefhebbers van nog andere mooie namen: oogvleklieveheersbeestje, roomvleklieveheersbeestje, harlekijnlieveheersbeestje, hiëroglyfenlieveheersbeestje, citroenlieveheersbeestje of wat dacht u van bosbesglanskapoentje, gevlekt rietkapoentje, roestpuntkapoentje of roodaarsnepkapoentje?
Schud maar eens aan een struik met een omgekeerde paraplu eronder en er vallen gegarandeerd diverse soorten in je paraplu, naast veel ander moois. De app ObsIdentify zal u in veel gevallen op weg zetten naar de juiste naam. Veel plezier!