Mussen als bondgenoten en gezelschap van de mens zijn een bedreigde vogelsoort geworden? Hoe is het toch zover kunnen komen?

Als ik het vandaag over de mussen wil hebben dan wil ik het in het bijzonder hebben over de Huismus en de Ringmus. De Heggenmus die in onze tuinen op het einde van de winter met zijn uitgesproken en opvallende hoge tonen zang het einde van de winter aankondigt bespreek ik graag een andere keer.

Helaas moet ik beginnen met het slechte nieuws over de ringmus. De wat kleinere mus met opvallende roodbruine kop, bijna witte wangen met een zwarte vlek is in onze contreien bijna verdwenen. In mijn jeugdjaren kwam ze nog in grote getallen voor rond boerderijen en huizen in de buurt van kleinschalig agrarisch cultuurlandschap. Op de winter voedertafels vertoefden ze in even grote aantallen als de huismus. Nu is het een ware zeldzaamheid geworden. Als vogelspotter heb ik vele jaren moeten uitkijken om nog eens een ringmus te kunnen zien. Tijdens een winter fietstocht in 2021 kon ik nog eens een  klein groepje ringmusjes spotten in een  agrarisch plekje in Vlijtingen! Het viel me op hoe mooi deze mus wel is met zijn heldere en sterk afgelijnde kleuren. Bijzonder is dat het vrouwtje en mannetje in kleur niet te onderscheiden zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de ringmus op de internationale rode lijst van de IUCN voorkomt als zeer ernstig bedreigde vogelsoort. Ze krijgt dan ook internationaal de hoogste bescherming!

Hoe is het dan gesteld met onze huismus? Goed zou je zeggen want in de vogel wintertellingen van Natuurpunt  eindigde de huismus in 2021 en 2022 op de eerste plaats als goed aanwezige vogel in onze tuinen. Ondanks deze mooie plek is er een ernstige achteruitgang van huismussen vastgesteld, een achteruitgang met miljoenen in Europa reeds vanaf de jaren 1970/ 80. Om te vermijden dat de huismus in eenzelfde oncomfortabele positie terechtkomt van de ringmus is zij inmiddels opgenomen in de rode lijst als kwetsbaar en verdient maatregelen om de soort weer betere overlevingskansen te bieden. De laatste jaren lijkt de achteruitgang te stagneren en dit peil behouden is een eerste opdracht. Onderzoek en gerichte maatregelen kunnen helpen om de huismus weer onbedreigd te behouden in onze natuur. Om het probleem van de huismus te begrijpen moeten we eerst eens kijken naar de gewenste biotoop en levenswijze van deze soort.

Huismussen stellen prijs op een rommelige menselijke omgeving, met struikgewas, schuren, weilanden met vee, gemorst graan en zo verder. Talrijkst in dorpen en in oudere buitenwijken, met rommelige tuinen. Ook in steden met lage tuinbegroeiing vind zij een plekje  Als er veel hoge bomen staan, verdwijnt de huismus. Zij broedt van eind maart tot in augustus. De huismus heeft twee tot drie legsels per broedseizoen met elk 4-6 eieren. Huismussen broeden in een los kolonieverband. Het nest wordt vooral gemaakt onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in mussenkasten. Als je mussenkasten plaatst dan moeten die best in groepen geplaatst worden. Het slordige nest bestaat uit takjes, stro, veertjes en hondenharen. Broedduur: 11-12 dagen. De jongen zitten zo’n 17 dagen op het nest. Als de jongen uitvliegen, worden ze daarna nog 1-2 weken gevoerd door de ouders.Het menu van de huismus bestaat uit zaden, granen, insecten, bloemknoppen, brood, bessen, pinda’s en vetbollen. In broedtijd voornamelijk insecten. Met de grote aantallen insecten als voedsel voor de jongen vormt de huismus een mooie bondgenoot van de mens. Zo heeft de huismus de rups van de buxusmot ontdekt en als je een kolonie huismussen in je buurt hebt dan is je buxus gevrijwaard van verder kwaad! De huismus is een uitgesproken standvogel ,  er is heel weinig trek, in zowel voor- als najaar. Lichte verschuivingen van noord naar zuid zijn niet uitgesloten. Door zijn leefwijze vormt de huismus een levendig een aangenaam gezelschap voor de mens. Als we bovenstaande in acht nemen kunnen we de problemen van de huismus beter gaan begrijpen. Achteruitgang van geschikte nestplaatsen door het verdwijnen van kleinere boerderijen, renovaties van bestaande woningen en nieuwbouw waarbij alle ingangen voor de mus afgedicht worden. Het verdwijnen van kleinschalige graanteelten en het geheel verdwijnen van graanteelten in bepaalde regio’s. Het verdwijnen van hagen en andere kleine landschapselementen, als schuil- en slaapplaats, door oa verkavelingen. Het sterk verminderen van onkruiden door onkruidbestrijders en de dramatische achteruitgang van insecten door gebruik van pesticiden op grote schaal geeft problemen in de voedselvoorziening. Zo kunnen we de mussen een handje helpen met het doorkomen van de winters door de voedertafel te voorzien van zaden en wat brood.

Oultine1

Steunen via een vrije gift?

Rekeningnummer BE69 7805 9275 4178
  (Natuurpunt Zutendaal)